vrijdag 13 augustus 2010

Nee joh, het was een kudde buffels

Ik lag met mijn buurmeisje in bed na te genieten van een dampend partijtje seks, toen zij zei: “Er staat een kat voor je slaapkamerdeur.”
Ik luisterde eens aandachtig en hoorde allerlei miauws en nageldeurgekras en zei: “Klopt.”
“Jammer dat het geen paard is,” zei ze, “anders had je een paard in de gang.”
Ik vond het een redelijk komische opmerking van haar, niet in de laatste plaats omdat ie refereerde aan één van de grootste carnavalhits die Nederland rijk is. Maar het kan altijd grappiger…
Ik vroeg haar om eens naar de gang te lopen en daar te gaan kijken, omdat dat paard er wel degelijk stond.
“No way,” zei ze.
“Kom op, doe nou effe.”
“Oké.”
Meisjes ergens toe overhalen, fluitje van een cent.
Ze stond op uit bed, waarbij me opviel dat haar linkerbil symmetrischer en gelijker aan de rechterbil was dan andersom. Ze deed de deur open en liep de gang op…

…Vanuit m’n nest keek ik naar haar nog stuiptrekkende lichaam, waarvan zo ongeveer ieder botje gebroken moest zijn, en dat op de gang voor mijn slaapkamer lag. Van haar gezicht, dat zich nu uitstrekte van haar linkerborst tot haar rechteroor, stegen stofwolken op. Toen die opgetrokken waren, kon ik haar mond, of wat daar nog voor doorging, ontwaren, en daaruit hing een soort mix van speeksel, bloed en tong. Het leeuwendeel van haar tanden hing in de ruimte tussen haar voormalige oog en haar gebroken oogkas. Verderop in de gang lag één van haar borsten, want ik kon een tepel postuum hard zien worden.

Het is toch dolkomisch zeker? Zeggen dat er een paard in je gang staat, dat eigenlijk een kudde buffels is. Die was in volle vaart over haar heen geraasd en stond nu in de keuken, waar zich immers de drinkplaats bevindt. Ik voegde me bij hen en pakte uit de koelkast zo’n lekkere, goed gekoelde pilsener, die ik, mijns inziens, wel had verdiend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten