vrijdag 13 augustus 2010

De straat stond in brand en iedereen gilde

De straat stond in brand en iedereen gilde. Nee, dat schoot lekker op. “Stop eens met branden en gillen,” zei ik, met mijn vingers knippend, tegen respectievelijk de straat en iedereen. Zowel de straat als iedereen ging verder met haar activiteiten. Zo zie je maar dat een adequaat lijkende aanpak niet altijd het gewenste resultaat oplevert.

Dus ging ik maar boodschappen doen. Toen ik met een tweetal welgevulde tassen de supermarkt verliet, botste een knaapje op een driewieler tegen mij aan. Dat wil zeggen, hij zat op een fietsje met zo’n stang achterop, voortgeduwd door een sympathiek ogende vrouw, waarschijnlijk de baarmoeder. Of nee, moeder. Ik zeg vaak baarmoeder terwijl ik moeder bedoel. Ik haat ongeveer-driejarigen die zichzelf capabel achten om deel te nemen aan het verkeer, maar wel profiteren van mama’s voortduwende kracht, die ze waarschijnlijk ternauwernood kan opbrengen omdat ze door haar vent geslagen wordt en daar geld voor krijgt. Hoe dan ook, het voetje van het ventje raakte lichtjes mijn been.

“Kan je godverdomme niet uitkijken!” was mijn ietwat voorspelbare, doch volkomen begrijpelijke reactie. Ik had mijn tassen neergezet en stond te schreeuwen in het gelaat van de peuter, dat, zo viel me op, geen tekenen van baardgroei vertoonde.
“Door gasten als jij ben ik mijn leven niet zeker. Dat scheurt maar door het winkelcentrum alsof het van jou is, terwijl het waarschijnlijk helemaal niet van jou… Eh… Of wel?”
Dat heb ik nu altijd. Midden in een vurig betoog slaat de twijfel toe. De baar.., nee, moeder mengde zich in het gesprek: “Neen meneer, het winkelcentrum behoort niet toe aan Danny.”
“Aan wie dan wel?” schreeuwde ik, een pirouette draaiend.
“Aan mij,” zei God. “Burn in hell, Danny.”
De kleuter verkoolde en de as waaide weg in oostelijke richting.
“Godverdomme,” zei de baarmoeder, “Dat is nu al de vierde deze week.”
“Het vierde kind van u dat zich deze week waagt aan een puik potje burnen in hell?” vroeg ik.
“Nee, de vierde keer dat ik m’n afspraak met de palindroomarts vergeet.”
Ze gaf een flinke hengst tegen de stang, waardoor het driewielertje wegstoof, in oostelijke richting, net als de as. Het raakte een menigte. Allerlei mensen vlogen door de lucht en er vielen veel gewonden. De vrouw haastte zich in zuidoostelijke richting, waar zich inderdaad de praktijk van een palindroomarts bevond.

Ik pakte mijn tweetal welgevulde tassen weer op en keerde huiswaarts. Daar stond de straat in brand en gilden mensen. Sommige dingen veranderen niet tijdens een halfuurtje boodschappendoen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten